Als ik zwakker ben dan jij, vraag ik jou om vrijheid omdat dat bij jouw opvattingen hoort; ben ik sterker dan jij, dan neem ik jou je vrijheid af omdat dat bij mijn opvattingen hoort.

Woorden van een filosoof uit de oudheid (door Harq al-Ada toegeschreven aan ene Louis Veuillot)

A

Leto leunde naar voren uit de geheime uitgang van de vest en zag de kromming van de rotsrug boven zijn beperkte gezichtsveld uittorenen. Het licht van de late middagzon wierp lange schaduwen over de verticale erosiestrepen in de rotswand. Een geraamtevlinder vloog die schaduwen in en uit en zijn bevliesde netvleugels leken tegen het licht wel doorschijnend kantwerk. Wat was een vlinder eigenlijk broos voor het leven hier, dacht hij.

Recht voor hem lag de abrikozengaard met kinderen die daar bezig waren de afgevallen vruchten te verzamelen. Achter de boomgaard liep de qanat. Ghanima en hij hadden hun bewakers afgeschud door onder te gaan in een plotseling gedrang van binnenkomende arbeiders. Het was betrekkelijk eenvoudig geweest om door een luchtkoker naar de verbinding daarvan met de trap naar de geheime uitgang te kruipen. Nu hoefden ze zich slechts onder de kinderen te mengen, al rapend naar de qanat toe te werken en zich in de tunnel te laten zakken. Daar konden ze zich verplaatsen naast de roofvissen die de zandforellen verhinderden het bevloeiingswater van de stam in een onderaards bekken te verstoppen. Geen Vrijman dacht er nog aan dat een mens zou kunnen riskeren om per ongeluk in water ondergedompeld te worden.

Hij stapte uit de beschermende gangen naar voren. De rotswand strekte zich aan weerszijden opzij van hem uit, nu horizontaal geworden louter door zijn eigen verplaatsing.

Ghanima liep vlak achter hem. Allebei droegen ze een kleine fruitmand van gevlochten specievezel, maar in iedere mand lag een goed afgedicht pak: Vrijset, maulapistool, krysmes... en de nieuwe mantels die Farad'n had gestuurd.

Ghanima liep achter haar broer aan de boomgaard in en mengde zich onder de werkende kinderen. Alle gezichten gingen schuil achter stilpakmaskers. Zij waren niets anders dan twee extra arbeiders hier, maar ze voelde hoe deze daad haar leven wegrukte uit de beschermende grenzen en vertrouwde gebruiken. Wat was het een eenvoudige stap, die stap van het ene gevaar in het andere.

Die nieuwe kleren in hun mandjes die Farad'n had gestuurd dienden voor een doel dat ze allebei heel goed begrepen. Ghanima had dit weten nog benadrukt door op elk voorpand boven het havikembleem in Chakobsa hun persoonlijke lijfspreuk: 'Wij Delen' te borduren.

Het zou weldra gaan schemeren en achter de qanat die het bouwland van de vest begrensde, zou de avond een bijzondere kwaliteit krijgen die door maar weinig plaatsen in het heelal geA

'Ze hebben ons gezien,' fluisterde Ghanima terwijl ze gebukt naast haar broer doorwerkte.

'Wachters?'

'Nee, anderen.'

'Prima.'

'We moeten snel handelen,' zei zij.

Leto bevestigde dat door zich door de boomgaard bij de rotswand vandaan te bewegen. Hij dacht met de gedachten van zijn vader: In de woestijn blijft alles in beweging of het gaat teloor. Ver weg op de zandvlakte zag hij de Dienaar omhoog steken, die een waarschuwing was om voortdurend in beweging te blijven. Het gesteente lag daar statisch en stijf in zijn waakzame raadselachtigheid en slonk met het jaar door de aanvallen van het windgedreven zand. Op zekere dag zou er van de Dienaar alleen nog maar zand over zijn.

Toen ze de qanat naderden hoorden ze muziek vanuit een hoge ingang naar de vest. Het was een muziekgroep in oude Vrijmanse stijlafluiten met twee gaten, tamboerijnen en timpanen van cilinders van specieplastic met aan A(c)A(c)n kant strakgespannen huiden erover. Niemand vroeg welk dier op deze wereld zoveel huid leverde.

Stilgar zal zich herinneren wat ik hem over die kloof in de Dienaar heb verteld, dacht Leto. Hij zal in het donker komen als het te laat isaen dan weet hij het.

Even later stonden ze naast de qanat. Ze lieten zich in een open koker glijden en klommen langs de inspectieladder naar de onder-houdsrichel. Het was schemerig, vochtig en koud in de qanat en ze konden de roofvissen horen spartelen. Elke zandforel die dit water probeerde te stelen zou in zijn door water zacht gemaakte binnenste worden aangevallen door de vissen. Mensen moesten er ook voor oppassen.

Kinderen van Duin
titlepage.xhtml
Kinderen van Duin_split_000.htm
Kinderen van Duin_split_001.htm
Kinderen van Duin_split_002.htm
Kinderen van Duin_split_003.htm
Kinderen van Duin_split_004.htm
Kinderen van Duin_split_005.htm
Kinderen van Duin_split_006.htm
Kinderen van Duin_split_007.htm
Kinderen van Duin_split_008.htm
Kinderen van Duin_split_009.htm
Kinderen van Duin_split_010.htm
Kinderen van Duin_split_011.htm
Kinderen van Duin_split_012.htm
Kinderen van Duin_split_013.htm
Kinderen van Duin_split_014.htm
Kinderen van Duin_split_015.htm
Kinderen van Duin_split_016.htm
Kinderen van Duin_split_017.htm
Kinderen van Duin_split_018.htm
Kinderen van Duin_split_019.htm
Kinderen van Duin_split_020.htm
Kinderen van Duin_split_021.htm
Kinderen van Duin_split_022.htm
Kinderen van Duin_split_023.htm
Kinderen van Duin_split_024.htm
Kinderen van Duin_split_025.htm
Kinderen van Duin_split_026.htm
Kinderen van Duin_split_027.htm
Kinderen van Duin_split_028.htm
Kinderen van Duin_split_029.htm
Kinderen van Duin_split_030.htm
Kinderen van Duin_split_031.htm
Kinderen van Duin_split_032.htm
Kinderen van Duin_split_033.htm
Kinderen van Duin_split_034.htm
Kinderen van Duin_split_035.htm
Kinderen van Duin_split_036.htm
Kinderen van Duin_split_037.htm
Kinderen van Duin_split_038.htm
Kinderen van Duin_split_039.htm
Kinderen van Duin_split_040.htm
Kinderen van Duin_split_041.htm
Kinderen van Duin_split_042.htm
Kinderen van Duin_split_043.htm
Kinderen van Duin_split_044.htm
Kinderen van Duin_split_045.htm
Kinderen van Duin_split_046.htm
Kinderen van Duin_split_047.htm
Kinderen van Duin_split_048.htm
Kinderen van Duin_split_049.htm
Kinderen van Duin_split_050.htm
Kinderen van Duin_split_051.htm
Kinderen van Duin_split_052.htm